Jip en Janneke blazen bellen

Vandaag hebben we de zeepoes afgemaakt en hebben we een begin gemaakt met het verven van de uitgeknipte silhouetten met verdunde zwarte ecoline. 
Ook zijn we begonnen met het mengen van drie kleuren verf, rood, geel en blauw, door de kleuren dik op te brengen op papier en daarna het papier te vouwen zodat er nieuwe kleuren ontstaan, namelijk oranje, paars en groen. Vervolgens mochten de kinderen met het uiteinde van een closetrol stempelen met het verkregen mengsel op een A-3 vel waarop Jip en Janneke aan het bellen blazen zijn. Morgen gaan we hiermee verder.



       

maandag 11 februari

Na nogmaals het gedicht van de zeepoes te hebben gehoord en gekeken hebben of we echt alle kenmerken hadden opgeschreven, zijn we aan de slag gegaan met het tekenen van de zeepoes. Soms vroegen de kinderen, moeten we ook snorharen tekenen? Dan zei ik dat weet ik niet, Hoe ziet jouw zeepoes eruit? We hebben benadrukt dat het een fantasiedier is dat werd beschreven in een gedicht en waar de kinderen een illustratie bij moesten tekenen.





De zeepoes

Op vrijdag 8 februari zijn we begonnen met het bespreken van het gedicht "de zeepoes". Dit is een minder bekend gedicht van Annie MG Schmidt. Het leuke van dit gedicht is dat ze heel precies een fantasie dier beschrijft. We hebben naar het gedicht geluisterd en de kenmerken op geschreven zodat we ze goed kunnen onthouden. Maandag gaan we aan de hand van dit gedicht het dier tekenen.

De zeepoes

De zeepoes woont bij Katseveer.

Men ziet haar uiterst zelden.

Een enkle keer, bij stralend weer,

zwemt zij een beetje op en neer,

daar in de Oosterschelde.

 

De zeepoes heeft een vissestaart,
een vissestaart en vinnen.
Maar verder is zij dichtbehaard.
Ze jammert in de maand van maart
en kan uitstekend spinnen.

 

De zeepoes woont daar al zo lang,
al haast een jaar of zeven.
En voor de zeehond is zij bang,
maar verder gaat ze kalm haar gang.
Ze kan ook kopjes geven.

Ze heeft ook jonkies, ’t zijn er twee,
maar ’t zijn wel erg natte.
Ze zwemmen altijd met haar mee
daar in de diepe blauwe zee.
Het zijn zeelapjeskatten.

 

De zeepoes woont bij Katseveer
tussen de mosselschelpen.
Gaat u ’s kijken, op ’n keer?
Maar als u haar niet vindt, meneer,
dan kan IK het niet helpen!

En in de buurt van Katseveer
daar is ze zeer geliefd.
De zeepoes, zegt een oude heer,
o ja, die zwemt hier wel ’s meer.
Daar is ze. Alsjeblieft.

Knutselcircuit

Wat een leuke middag hebben wij achter de rug! We hebben heel hard gewerkt. De klas was verdeeld in vijf groepjes. Elk groepje heeft iets geknutseld. Vooraf mochten we zelf aangeven wat we wilde maken. We gingen aan de slag om Takkie, Floddertje, de giraf van Dikkertje Dap, Jip en Janneke en de Flat van Pluk te knutselen.  En wat was het fijn dat we de hulp hadden van een aantal enthousiaste ouders. Op de presentatieavond kunnen jullie allemaal het eindresultaat komen bewonderen.




                                                    
                                       

Levensechte Jip en Jannekes

Deze week zijn we begonnen met het maken van silhouetten van de kinderen. We projecteren de schaduw van het profiel van het kind op een vel wit papier door middel van een felle lamp die achter hem of haar is opgesteld. Daarna tekenen we het silhouet over. Dat is nog een lastig karweitje want het is niet makkelijk om doodstil te zitten. En dat moet wel, wil je een gelijkend portret maken. De silhouetten worden uitgeknipt en zwart geverfd en op gekleurd papier opgeplakt. De omtrek wordt ook opgeplakt zodat je een negatief en een postitief hebt. Het wordt heel erg mooi en het leuke is dat de kinderen elkaar ook echt herkennen. Op de avond van de tentoonstelling mogen de ouders raden welk silhouet van hun kind is. Ze kunnen een kaartje met de naam van het kind op het portret bevestigen. We zijn benieuwd!

Nieuwe kleding voor Floddertje en Puk

Dinsdag hebben de kinderen nieuwe kleding gemaakt voor Floddertje of Pluk. Ze mochten kiezen voor wie ze de kleding wilden maken. Vooral Pluk was erg in trek. Pluk en Floddertje waren uitgeprint op A-3 papier en de kinderen mochten ze beplakken met stukjes stof en en het gezicht en de armen mochten ze kleuren. Het is heel erg leuk geworden en de klas ziet er vrolijk uit met al die moderne Pluk en Floddertjes.

  

Maandag 4 februari

Vandaag zijn de kinderen bezig geweest met de gedichten van Annie MG Schmidt. We hebben de gedichten gelezen en erover gesproken hoe leuk en grappig ze waren maar ook dat er wel hele gekke woorden in staan. Vooral in het gedicht "Bent u ook uit Amerongen" Het gedicht "het fluitketeltje" vonden ze vooral erg grappig.

Bent u ook uit Amerongen?

Bent u ook uit Amerongen? vroeg de theedoek aan de schort. Wel, daar heb ik ook gewoond. M'n hele leven, tot voor kort. Wat toevallig, wat toevallig, zei de schort, het geeft zo'n band! Vindt u Amerongen ook de mooiste plaats van 't hele land? Sssst... een beetje zachter praten, zei de theedoek tot de schort, anders zouden we riskeren, dat de rest afgunstig wordt; al die hemden en die broeken en die slopen aan de lijn zijn afgunstig, weet u, daar ze niet uit Amerongen zijn! Is het werkelijk? vroeg de schort. Dat is ontzettend geborneerd! Maar ze kunnen het niet helpen, want ze hebben niets geleerd. Kijk ze daar nou toch 's hangen, met die afgunst in hun ziel! Wat bekrompen, vindt u ook niet? Wat bekrompen, voor textiel! 'k Zou niet met ze willen ruilen, zei de theedoek. Voor geen goud! Toen werd al het goed gestreken, op de strijkplank, met de bout. Wat een bruut hè? riep de theedoek. Au! het sist! Hij doet me pijn! En hij heeft totaal geen eerbied; hij beseft niet Wie We Zijn! Ja, zo gaat het in de wereld. En het maakt ons weer iets wijzer: al of niet uit Amerongen, men komt onder 't hete ijzer